8-daagse wandelvakantie South West Coastal Path - Deel 3

U reist op eigen gelegenheid naar Padstow. De stad is vernoemd naar St. Petroc die hier rond 500 n.C. kwam. De kerk van St. Pedroc maakt deel uit van een groep van drie, die door deze heilige zou zijn gesticht. De kerk is vrij groot en stamt grotendeels uit de 13e- en 14e eeuw. De oude haven heeft vaak een mooie verzameling van boten, waaronder ook oude loodsboten, die hier voor anker gaan. Neem een kijkje op de leuke ouderwetse markt en bezoek het restaurant van de beroemde tv-kok Rick Stein.

U verlaat de drukke kleine haven van Padstow en volgt de oevers van de pittoreske riviermond Camel Estuary naar Stepper Point. Bij mooi weer biedt dit uitzicht op het Bodmin Moor meer landinwaarts en op de “Doom Bar” voor de kust. Deze zandbank aan de monding van de rivier de Camel heeft door de eeuwen heen honderden schepen doen vergaan. U passeert meerdere baaien totdat u de natuurlijke boog Porthmissen ziet die bestaat uit kalk- en leisteen. Hier nestelen vele kolonies alken en zeekoeten. Vanaf hier gaat u verder naar Trevone Bay met een prachtig zandstrand en heel populair bij de surfers. Een ander paradijs voor surfers is het iets verder gelegen Harlyn. Harlyn was ooit ook beroemd om de visvangst van Pilchard sardines. Via het kustpad bereikt u Trevose Head waar u op heldere dagen zowel St. Ives als Newquay kunt zien liggen. Als de vuurtoren geopend is, kunt u deze ook bezoeken. Het pad draait dan naar het zuiden en loopt via meerdere zandstranden rondom Constatine. U passeert het natuurreservaat Trethias Island en diverse baaien waarna u afdaalt naar Porthcothan Bay. Sommige accommodaties in Porthcothan hanteren een minimaal verblijf van 2 nachten. Als dit tijdens uw wandelvakantie van toepassing is dan wordt u teruggebracht naar uw accommodatie in Padstow en de volgende ochtend weer terug gebracht naar Porthcothan Bay.
Wandeltijd ca. 6,5 uur.

Vanaf de baai stijgt het pad naar Park Head dat een prachtig uitzicht biedt op Bedruthan Steps. De Steps zijn een aantal rotsformaties, een populaire toeristische attractie, sinds de spoorlijn in 1875 naar Newquay aangelegd werd. Langs het dorp Mawgan Porth gaat de wandelroute verder over de klif boven Watergate Bay. Bij het naderen van Newquay brengt het pad u bij Trevelgue Head en het grootste fort in de regio dat dateert uit de ijzertijd. Het pad wordt vervolgd over Barrowfields met zijn drie grafheuvels uit de bronstijd en daalt dan af naar drukke Newquay. Dit is even wennen na de rustige wandeling. De stad kijkt uit over een mooi goudkleurig strand, dat de Atlantische golven dempt en dit maakt het tot het surfcentrum van Groot-Brittannië. Voordat Newquay beroemd werd als surfwalhalla was het een bekende vissershaven waar miljoenen sardines elk jaar in juli aan land gebracht werden. Newquay was ook het centrum van de zilver- en loodmijnen.
Wandeltijd ca. 5,5 uur.

Bij het verlaten van de haven klimt het pad naar Towan Head en langs de witgekalkte Huer’s Hut. Hier waren in vervlogen tijden de uitkijkposten die de wachtende vissersboten informeerden over de komst van de scholen met sardines. Dan gaat u verder over de kliffen bij Pentire Point om per veerboot de River Gannel over te steken. Het pad slingert om landtongen en baaien naar Kelsey Head, de kaap met een fort uit de ijzertijd. Dan daalt u af naar het dorp Holywell, genoemd naar een oude bron en een even oude herberg met de naam “Treguth”. U wandelt over het goudkleurige strand langs Perran Beach en passeert de kleine ruïne van St. Piran’s Oratory. Naar verluidt zou dit de oudste kerk in Cornwall (8e eeuw) zijn en is tegenwoordig afgedekt om het tegen de erosie te beschermen. Afhankelijk van het getij kunt u het dorp Perranporth bereiken via het strand of de klif.
Wandeltijd ca. 6 uur.

Een vrij eenvoudig traject vandaag over veel gebruikte paden die af en toe door valleien lopen. Het pad langs de kust volgt de kliffen rond Cligga Head, langs de mijnschachten die nu bewoond worden door de vleermuizensoort: de kleine en de grote hoefijzerneuzen. U wandelt ook langs de overblijfselen van de tinmijnen met geweldige vergezichten op de mijngebouwen en de schoorstenen die verderop veelvuldig in het landschap bij St. Agnes aanwezig zijn. Onderweg komt u door Trevellas Porth en vervolgens in Trevaunance Cove met een pub aan de waterkant. Daarna gaat het aangenaam omhoog naar St. Agnes Head waar u kliffen passeert waar veel vogels nestelen. U gaat verder naar het dorpje St. Agnes met de rijtjeshuizen van de mijnwerkers, waar zich ook een interessant klein museum in een oude kapel bevindt. Vervolgens daalt het pad af langs de ruïnes van Wheal Coates Mine naar de zanderige rivierinham van Chapel Porth. Dan gaat u terug naar de kliftoppen en loopt de route langs de Wheal Charlotte Mine. Daarna daalt u af naar het strand in Porthtowan en volgt u het pad naar de top van de klif en verder naar de haven in Portreath, vanwaar mineralen uit de mijnen in Redruth werden geëxporteerd.
Wandeltijd ca. 6 uur.

Bij het verlaten van Portreath is er een inspannende klim naar Tregea Hill met daarna een route van ca. 10 km door het gebied van National Trust, hoog boven de zee langs de Carvannel Downs en Reskajeage Downs. U bereikt dan een nogal bijzondere inham in de kliffen met de naam Hell’s Mouth. Bij Navax point heeft u misschien het geluk om grijze zeehonden te zien. Als u verder doorloopt naar Godrevy Point, ziet u de vuurtoren op Godrevry Island, waarschijnlijk de inspiratie voor “To the Lighthouse” van Virginia Wolf. De vuurtoren markeert het einde van een verraderlijke lijn van riffen met de naam The Stones. Deze riffen hebben veel scheepswrakken opgeleverd en de vele slachtoffers zijn begraven op het kerkhof van Gwithian, een slaperig dorpje met riet bedekte huisjes en een interessante oude pub, The Pendarves Arms. Het pad slingert vervolgens door de zandduinen van Towans richting de drukke haven van Hayle.
Wandeltijd ca. 6 uur.

Vandaag een korte wandeldag om u voldoende tijd te geven om het prachtige St. Ives te ontdekken. Langs de monding van de rivier de Hayle, die bekend staat om zijn zeevogels en steltlopers, loopt het pad langs de duinen boven Port Kidney en via de prachtige Cabis Bay om daarna te eindigen bij St. Ives.
St. Ives dateert uit 460 n.C. toen de Ierse heilige St. Ia van Cornwall en de dochter van een Ierse hoofdman, hier in de 5e eeuw aan wal gingen. De dochter gaf haar naam aan de nederzetting op dezelfde wijze zoals St. Beda haar naam gaf aan St. Bees in Cumbria. St. Ives, beschermd gelegen tegen de Atlantische stormen, was ooit de belangrijkste vissershaven van Cornwall. Maar net als elders langs de kust, raakten de visgronden aan het begin van de 20e eeuw uitgeput en verdween de het grootste deel van de vissersvloot. Al in 1811 kwam de bekende kunstschilder Turner hier om de zeegezichten te schilderen. Tegen het einde van de jaren 1880 waren er inmiddels verschillende kunstenaars gearriveerd en werd de stad beroemd om zijn levendige kunstenaarskolonie. Tegenwoordig is het werk van deze kunstenaars te zien in de St. Ives Tate Gallery, het Barbara Hepworth Museum en de Bernard Leach Gallery. En nog geen fish & chips geprobeerd dan moet u deze zeker in St. Ives proeven.
Wandeltijd ca. 3 uur.

In St. Ives eindigt het derde deel van het South West Coastal Path. U keert op eigen gelegenheid huiswaarts. Natuurlijk is het mogelijk nog een nachtje te verlengen. Of misschien heeft u nog energie over om het 4e deel van de lange afstandswandelroute te lopen.